Voor het vierde jaar op rij is het abnormaal droog, deze keer uitzonderlijk vroeg op het jaar. Naar goede gewoonte (zie ook blogs van 20172018 en 2019) geeft het Global Change Ecology center (GCE) van de Universiteit Antwerpen wat extra achtergrond. Dit keer brengen ze een gastblog (origineel hier) geschreven door Pieter Boussemaere, i.s.m. Sara Vicca, die we hier graag met jullie delen

It’s the end of the world as we know it

Een bescheiden hit van REM? Ook. De titel van een hoofdstuk in het boek ‘Wat bomen ons vertellen’, van de Vlaamse wetenschapster Valerie Trouet? Ook. Maar je onthoudt deze zin toch het best als een goede samenvatting van wat nu aan het gebeuren is.

Want in tegenstelling tot wat sommigen denken of verkondigen, schuiven de klimaatgordels niet zomaar naar het noorden. We krijgen hier niet hetzelfde klimaat als de streek rond Bordeaux. Vergeet het. Naast warmer, zal alles hier (en elders) vooral anders zijn. En dat voor altijd. Omdat een terugkeer naar het vroegere normaal door de traagheid en de complexiteit van het klimaatsysteem, uitgesloten is (toch op menselijke schaal). 

Zo stelde Valerie Trouet vast dat de straalstroom de laatste decennia alsmaar gekkere bokkensprongen maakt en gedurende langere perioden vast komt te zitten. Met een aantoonbare stijging van het aantal weerextremen op gematigde breedtegraden – droogteperioden, overstromingen, koudegolven, hittegolven – tot gevolg.

De straalstroom is een zeer sterke wind die op grote hoogte van west naar oost rond de Noordpool cirkelt. Het scheidt koude poollucht van warme subtropische lucht. Soms is hij sterk, en dan volgt hij een bijna perfecte cirkelbeweging. Maar soms meandert hij langzamer in grote noord- en zuidwaartse golven, waardoor hij posities ver in het noorden en ver in het zuiden bereikt die soms weken- tot zelfs maandenlang kunnen vastzitten. Als dat gebeurt, vergroot de kans op weersextremen aanzienlijk. Het zorgde in Noord-Amerika en West-Europa bijvoorbeeld voor de extreme hittegolven en droge zomers van 2003, 2006, 2015 en 2018, terwijl Zuid-Oost-Europa en Japan toen op hetzelfde moment gigantische stortregens en overstromingen te verwerken kregen. En het verklaart tevens de extreem warme Russische zomer van 2010 en de gelijktijdige mega-overstromingen in Pakistan die de oogsten vernielden en miljoenen mensen dakloos maakten. Bij een globale, gemiddelde opwarming van 1,5°C zou de omvang van hittegolven, zoals die van 2018 en 2019, zich in ongeveer twee op drie jaren voordoen. Bij 2°C opwarming kent zowat elk jaar zo’n hittegolf.

Deze recente gekke bokkensprongen van de straalstroom linken wetenschappers aan het feit dat de polen ongeveer 3x sneller opwarmen dan de regio’s rond de evenaar. Daardoor neemt het temperatuurverschil tussen de polen en de evenaar af. En net dat temperatuurverschil voedt de straalstroom. Want hoe kleiner dit temperatuurverschil, hoe zwakker de straalstroom wordt, en hoe meer hij begint te meanderen. Op de afbeelding hieronder zie je trouwens hoe de straalstroom ook nu weer aan het meanderen is (situatie 25 mei 2020).

foto van Eerste Hulp bij Klimaatverwarring.
Straalstroom situatie 25 mei

Daarnaast wordt de straalstroom waarschijnlijk ook beïnvloed door de zogenaamde Warme Golfstroom. De Warme Golfstroom is een zeestroming die voortdurend warm water van de Golf van Mexico richting Europa stuurt. Dat heeft een matigende invloed op het Europese klimaat. Maar door het smelten van de Groenlandse ijskap en de grotere regenval rond de noordpoolcirkel, heeft die warme waterstroom steeds meer moeite om Europa te bereiken. Zo weten we dat de Warme Golfstroom nu al zo’n 15% trager stroomt dan voorheen. Ook dat is een mogelijke verklaring voor de recente grillen van de straalstroom, de grotere zomerdroogte en het grotere aantal hittegolven in onze regio. De zwakkere Warme Golfstroom zal daarnaast ook leiden tot meer winterse neerslag tijdens krachtigere, koude winterstormen. En naarmate we de klimaatopwarming op zijn beloop laten, zullen er ongetwijfeld nog grotere veranderingen op ons afkomen.   

Dus nee, we krijgen zeker niet het klimaat van Bordeaux. We krijgen iets totaal anders. Iets totaal nieuws. Vooral de snelheid waarmee zoveel verschillende factoren tegelijk aan het veranderen zijn, is op geologische tijdschaal ongezien. Die snelheid en de omvang van de veranderingen zijn een belangrijke reden waarom klimaatwetenschappers aan de alarmbel trekken en waarom de klimaatkwestie geen ver-van-je-bed-show is, of zal zijn. De klimaatopwarming betekent dus niet het einde van de wereld, maar het smijt wel alles op zijn kop. Het markeert het einde van de relatief stabiele wereld die de pakweg 450 generaties voor ons hebben gekend. Wat we nu in gang zetten, is een experiment dat zijn gelijke niet kent en alles voorgoed verandert. Een experiment dat we hopelijk nog enigszins onder controle kunnen houden.

PIETER BOUSSEMAERE en SARA VICCA