Ecologen van de Universiteit Antwerpen leiden de zoektocht naar correcte klimaatvoorspellingen om de biodiversiteitscrisis aan te pakken. Ze beargumenteren in het vakblad Science dat onze klimaatvoorspellingen geen rekening houden met lokale veranderingen in landgebruik, en zetten een nieuwe klimaatdatabase op poten om dat probleem aan te pakken. 

Artificiële temperaturen

Weerstations doen goed dienst om ons dagelijkse weer en de veranderingen in ons klimaat te monitoren. Voor de natuur zijn die data echter veel minder relevant. Dat schrijft een internationaal team van wetenschappers onder leiding van Universiteit Antwerpen-onderzoeker Jonas Lembrechts. Wat nog erger is: de voorspelde opwarming van onze natuur zelf zou ook wel eens heel sterk kunnen afwijken van wat de klimaatmodellen voorspellen.

Het probleem is simpel, legt Lembrechts uit: “weerstations meten de temperatuur op 1,5 à 2 meter boven de grond, in goed geventileerde kamertjes, boven een netjes gemaaid gazonnetje. Dat is echter een heel artificiële situatie, die temperaturen oplevert waar de natuur niet zo veel mee te maken heeft.” De meeste dieren en planten (insecten, bodemorganismen, kruiden, kleine zoogdieren…) brengen namelijk een groot deel van hun leven dicht bij de grond door, waar de temperaturen enkele tot zelfs tientallen graden kunnen verschillen van die weerstation-temperatuur. Dit zogenaamde ‘microklimaat’ voel je zelf onmiddellijk als je op een zomerse dag je hand op het hete strandzand legt, of op een koel bedje van mos in het bos.

Mini weerstationnetjes, zoals hier in een Vlaamse tuin, geven ecologen het klimaat daar waar het er toe doet voor het ecosysteem.

Snellere opwarming

Die grote verschillen die we nu op het strand en in het bos voelen, tikken over de jaren heen aan tot een klimaat dat gemiddeld verschillende graden warmer of kouder is dan wat het weerstation aangeeft. Die verschillen zijn dus nu al cruciaal om de natuur te begrijpen, zo argumenteren Lembrechts en collega Ivan Nijs deze week in het vakblad Science, maar door de klimaatverandering worden ze al helemaal doorslaggevend. Lembrechts: “een voorspelde toename in de temperatuur van 2 °C zou op de bosbodem wel eens heel anders kunnen aanvoelen, zeker als de mens zich er mee bemoeit.” Zo rapporteert een andere studie in dezelfde editie van Science, uitgevoerd o.a. door wetenschappers van het Forest & Nature Lab van de Universiteit Gent en geleid door Zwitsers ecoloog Florian Zellweger, dat het klimaat op bosbodems in bossen met intensere houtkap in de laatste decennia veel sneller is opgewarmd dan gemiddeld, met grote gevolgen voor de toekomst van de biodiversiteit in het bos.

Ecologen waren zich al een tijdje bewust van dit probleem, maar een goede oplossing bleef uit. Tot nu. Onderzoekers van over de hele wereld – Lembrechts bracht ondertussen al wetenschappers uit meer dan 50 landen bij elkaar – slaan de handen in elkaar om eindelijk klimaatdata te verkrijgen waar ook de biodiversiteitscrisis mee kan worden aangepakt. Zij richtten nu ‘SoilTemp’ op, een database van klimaatdata die wél relevant is voor de natuur. Door temperatuurmetingen te gebruiken van dicht bij de natuur, krijgen ze zicht op hoe sterk dat microklimaat kan afwijken van de metingen in het weerstation. Daarmee hopen ze die ultieme vraag te beantwoorden: hoe groot is de impact van de klimaatverandering op onze biodiversiteit?

Meer informatie?

Jonas Lembrechts – www.the3dlab.org

Publicaties

J. Lembrechts and I. Nijs, Microclimate change in a dynamic world. Science, (2020).

F. Zellweger et al., Forest microclimate dynamics drive plant responses to warming. Science, (2020).

J. Lembrechts et al., SoilTemp: call for data for a global database of near-surface temperatures. Global change biology, (2020).